Helena Blavatsky werd op 12 augustus 1831 in Dnjepropetrovsk in Rusland (nu Oekraïne) geboren. In 1849 trouwde ze met N.V. Blavatsky, en kort daarna begon ze aan een periode van meer dan 20 jaar van reizen over de hele wereld; op zoek naar wijsheid en kennis kwam ze in contact met veel religieuze/mystieke tradities en ontmoette ze haar oosterse leermeesters.
Helena Blavatsky
Helena Blavatsky heeft in haar jonge jaren de hele wereld rond gereisd, in een tijd dat dit voor vrouwen niet gewoon was. Helena is al tijdens haar leven een controversiële vrouw, bewonderd door de aanhangers van haar ideeën en verguisd door haar critici. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld in de opkomende westerse belangstelling in de negentiende eeuw voor hindoeïsme, boeddhisme en het filosofisch gedachtegoed uit het Oosten.
Haar vader was Pyotr Alexeyevich von Hahn, afkomstig uit een Duitse aristocratische familie. Haar moeder was Helena Andreyevna de Fadayev en afkomstig uit een van de oudste Russische adellijke families, de Dolgorukov. De grootmoeder van de kant van haar moeder was prinses Helena Pavlovna Dolgorukov. Haar vader was beroepsmilitair en als gevolg daarvan was er sprake van frequente verhuizingen en verplaatsingen naar andere delen van het Russische rijk.
Helena, haar broer en zus zijn opgevoed door haar grootouders in Saratov en later in Tbilisi. Helena krijgt de klassieke aristocratische opleiding in onder meer Frans, muziek- en dansles. In haar latere geschriften vermeldt zij dat ze in deze periode veel tijd doorbracht in de bibliotheek van haar grootvader die veel boeken over esoterie bevatte. Hier zou ze ook de eerste visioenen ontvangen waarin ze een mysterieuze Indiër ontmoet die zij later als de Mahatma Morya leert kennen.
Op de leeftijd van zeventien jaar trouwt zij in juli 1847 met Nikifor Vladimirovich Blavatsky, een vicegouverneur die toen 43 jaar was. Het huwelijk is vanaf het begin een fiasco en zij vlucht na enkele weken terug naar haar familie in Tbilisi. Die zendt haar naar haar vader in Odessa, maar Helena wist aan de aandacht van haar begeleiders te ontsnappen en vertrekt naar Constantinopel. Daar ontmoet ze gravin Sofia Kiselyova (1801-1875) die ze zou vergezellen op diens reis naar Egypte, Griekenland en Oost-Europa.
In 1851 gaat ze naar Frankrijk en Engeland. In Londen heeft ze haar eerste ontmoeting met Mahatma Morya, de personificatie van de mysterieuze Indiër uit haar visioenen. Morya dringt er bij haar op aan de Theosophical Society op te richten en vertelt hoe die zou moeten functioneren. Morya vraagt haar ook om naar Tibet te reizen voor een langdurig verblijf om zich op die taak voor te bereiden.
In 1873 vertrekt zij in opdracht van Morya naar New York. Ze wordt actief in de spiritualistische beweging en is medium bij seances.In 1875 schrijft zij een aantal artikelen over westerse esoterie voor het tijdschrift Spiritual Scientist. Haar bronnen zijn afkomstig uit werk van de rozenkruisers, de hermetische kabbala en auteurs als Robert Fludd, Paracelsus en Éliphas Lévi. In deze artikelen hanteert zij voor het eerst de term theosofie, een term die onder meer al door Jakob Böhme begin zeventiende eeuw werd gebruikt. Ook haar geloof in het bestaan van occulte broederschappen die een zeer oude universele wijsheid hadden weten te bewaren wordt in die artikelen duidelijk. In haar seances maakt Helena gebruik van een geestverschijning met de naam John King. John King was een controlegeest die tijdens seances de aanwezigheid van andere geesten organiseerde. In latere geschriften schrijft Helena dat zij John King al lange tijd daarvoor kende en hij haar tijdens gevaarlijke situaties meerdere malen het leven had gered. John King bracht haar in contact met diverse broederschappen waaronder de Broederschap van Luxor, die Helena identificeert als de Egyptische tak van de Universele Mystieke Broederschap.
In 1875 begint zij aan haar grote werk Isis Ontsluierd, gevolgd door de Geheime Leer in 1888. In dit werk zet Helena de leer uiteen van een 'universele wijsheidsreligie' die uit archaïsche dus oeroude tijden stamt. Ze wil door vergelijkend godsdienstonderzoek aantonen dat de religies wereldwijd als zovele takken van dezelfde oerstam zijn gegroeid. Ooit zou er wereldwijd een religie zijn geweest. De leer gaat ook over menselijke 'monaden' (geestelijke individualiteiten), die reïncarneren gedurende enorme tijdperken, onder invloed van zelf geschapen oorzaken en gevolgen. Ze stelde in dit werk drie bakermatten van de mensheid voor in plaats van Afrika, achtereenvolgens: Lemurië in de Grote Oceaan, Atlantis in de Atlantische Oceaan en de Indo-Europese in de Gobiwoestijn. Ze zou bij het schrijven onder meer geholpen zijn door Mahatma's (de 'oudere Broeders', grote zielen of vervolmaakte mensen). Ze verzamelde informatie uit alle windstreken en kenschetste haar eigen bijdrage slechts als het touwtje dat een boeket bloemen bijeenhoudt.
Ingebracht door: Erica Rijnsburger
Reactie plaatsen
Reacties